Nieuwe Kleine ondernemersregeling BTW (KOR)

KOR verandert vanaf 2020!

Plaatje van static.pexels.comM.i.v. 2020 is de oude kleine-ondernemersregeling in de BTW (KOR) vervangen door een nieuwe. Om hiervan gebruik te maken moet u zich vóór 20 november 2019 bij de Belastingdienst aanmelden.

Oude KOR t/m 2019

Ondernemers voor de BTW (alleen natuurlijke persoen, dus geen BV’s) hoefden de omzetbelasting – als deze lager was dan € 1.883 – slechts gedeeltelijk of zelfs helemaal niet te betalen. Dit laatste als de berekende omzetbelasting lager was dan € 1.345.

Let op! BTW uit verhuur van onroerend goed op basis van een optie belaste verhuur moet altijd worden betaald.

De vermindering van de omzetbelasting kon in de aangifte omzetbelasting worden opgegeven. Een aanmelding was niet nodig.

Als de omzetbelasting negatief was, had u wel gewoon recht op een teruggaaf.

Wel kon worden gekozen voor “vrijstelling van administratieve verplichtingen”. Dit moest wel worden aangevraagd. Er hoefde dan geen BTW-aangifte meer te worden gedaan. Ook mocht op de facturen geen BTW meer worden vermeld.

Nieuwe KOR vanaf 2020

Vanaf 2020 wordt de oude KOR vervangen door een nieuwe regeling. De korting op de te betalen omzetbelasting is dan niet meer afhankelijk van de te betalen omzetbelasting. Ook kan niet meer achteraf ervoor gekozen worden de KOR toe te passen.

Als de omzet per kalenderjaar lager is dan € 20.000 (exclusief BTW) dan kunt u gebruik maken van de nieuwe regeling. Als de omzet in een jaar toch boven de € 20.000 uit komt, dan geldt vanaf dat moment de regeling niet meer!

Vrijgestelde omzet en verlegde omzet telt ook mee voor het berekenen van de grens. Voor margegoederen geldt niet de marge, maar de verkoopprijs als omzet.

Voorwaarden

Let op! Aan het toepassen van de regeling zijn wel voorwaarden verbonden:

  1. De regeling moet minimaal 3 jaar worden toegepast (tenzij de omzet boven de € 20.000 uitkomt, de regeling vervalt dan eerder).
  2. Aanmelden voor de regeling moet vóór 20 november. Afmelden moet vier weken vóór het nieuwe kalenderjaar.
  3. U mag geen omzetbelasting meer op uw facturen vermelden. U hoeft zelfs geen facturen meer te versturen. Uw afnemer kan dus ook geen omzetbelasting meer verrekenen als hij btw-ondernemer is! Stuurt u wel een factuur dan vermeldt u dat een vrijstelling van toepassing is.

Nadelen regeling

Is er wel een voordeel?

Onder de oude regeling hoefde u de berekende omzetbelasting niet (helemaal) af te dragen. Als u onder de nieuwe regeling dezelfde exclusief-prijs berekent, maar geen omzetbelasting op de factuur zet, heeft u geen direct voordeel. Immers de klant betaalt u dan minder. De Belastingdienst lijkt op haar site van deze verwerking uit te gaan. Dit is niet logisch, omdat ook de voorbelasting niet meer kan worden verrekend. Toepassing van de regeling zou dan wel heel nadelig zijn. Wel is er het voordeel van minder administratieve lasten (geen BTW-aangifte meer).

Herziening eerder afgetrokken omzetbelasting

Eerder afgetrokken BTW voor investeringen moet worden herzien. U heeft bijv. in 2018 een auto gekocht en de BTW is toen verrekend. Stel dit was € 2.000. De herziening is dan 1/5 van € 2.000 = € 400. Als u van alle investeringen dit optelt en het totaalbedrag is kleiner dan € 500, dan hoeft u niets te betalen. Is het bedrag echter groter, dan moet u dit wel betalen! In het voorbeeld van de auto moet dan voor deze auto in 2020, 2021 én 2022 € 400 worden betaald tezamen met de BTW van de andere investeringen. Voor afgetrokken BTW voor onroerende zaken geldt een herzieningstermijn van 10 jaar.

Dit bericht werd geplaatst in Omzetbelasting en getagged met ,,,,,. Maak dit favoriet permalink.